Hoe creëer je extra capaciteit mét aandacht voor duurzaamheid?
Wat hebben Sint-Bavobasisschool, Sint-Bavohumaniora, IVV Sint-Vincentius, Basisschool Klimrek Reinaertstraat en De Boomhut met elkaar gemeen? Naast hun Taborgroep-partnerschap hebben ze ook alle vijf ingetekend op de oproep van de overheid om extra capaciteit te creëren in hun scholen én hebben ze daarvoor ondersteunende middelen toegewezen gekregen. Lieve Dierckx, consultant team duurzame infrastructuur, vertelt.
Al deze scholen zijn de uitdaging aangegaan om de beloofde extra plaatsen zo snel als mogelijk te realiseren. IVV zit ondertussen in de ontwerpfase, De Boomhut staat op het punt om een ontwerpdossier in te dienen bij Agion, en dat van Sint-Bavohumaniora wordt dit voorjaar afgerond. Klimrek Reinaertstraat heeft zijn principieel akkoord al beet, heeft ondertussen een aannemer gekozen en kan aan de werken beginnen. Sint-Bavobasisschool staat het verst: zij hebben eind 2019 de klassen in gebruik genomen en zullen na de krokusvakantie kunnen spelen op de hoogste speelplaats in de Taborgroep, met zicht op de torens van Gent.
Taborgroep-team duurzame infrastructuur is betrokken bij alle 5 de ontwerpprocessen en we stellen vast dat deze scholen ondernemende partners zijn die voor hun leerlingen, leerkrachten en ondersteunend personeel zo veel mogelijk willen realiseren met de middelen die de overheid hen toewijst. Al het rekenen en tellen om binnen de fysische en financiële normen te blijven, houdt hen niet tegen om met een open blik te blijven zoeken naar opportuniteiten. Binnenkort zullen de leerlingen van De Boomhut school lopen in een kerk en zal IVV Sint-Vincentius onderwijs combineren met zorg. Door af te wijken van het traditionele bouwen en te werken met een lichte structuur, een combinatie van hout en staal, kon de speelplaats op het dak van Sint-Bavobasisschool toch gerealiseerd worden.
Straffe scholen, duurzame scholen?
Het spreekt voor zich dat alle ontwerpen aan strenge normen moeten voldoen én dat ook het criterium ‘duurzaamheid’ wordt afgetoetst. Zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen en andere vormen van hernieuwbare energie vinden echter moeizaam hun weg in de scholen. De terugverdientijd van deze technologieën is vaak nog te lang om hiervoor te kiezen ondanks de goedkope energieleningen van Agion.
In Sint-Bavohumaniora doet de mogelijkheid zich voor om aan te sluiten op de stadsverwarming.
De maatschappelijke vraag naar energieduurzaamheid valt in Sint-Bavohumaniora gelijk met een grote investering van de school én de overheid in hun gebouwen, net daar waar het stadsnet passeert. Quasi tegelijkertijd heeft de school subsidies gekregen uit de reguliere financiering (het klassieke wachtlijstdossier) en uit de pot van de capaciteitsmiddelen.
Door beide dossiers te combineren in 1 groot project, wordt ook de implementatie van duurzame energie plots een haalbare kaart. Bavo gaat de uitdaging aan en heeft op basis van het nodige studiewerk beslist om de aansluiting aan te vragen. ‘De school bespaart daarmee op zijn CO2-uitstoot en krijgt een groen(er) imago in ruil’, knipoogt logistiek directeur Gerda De Bruyne!
Investeren in duurzame gebouwen
Ondernemende partners kijken altijd vooruit en zoeken actief naar middelen om hun gebouwen energetisch te verbeteren. De zorgsector wordt daarin ondersteunt door VIPA die klimaatsubsidies aanbiedt voor alle energiebesparende maatregelen. Voor het vrij gesubsidieerd onderwijs beperkt Agion zich tot het aanbieden van renteloze energieleningen voor investeringen in isolatie, hoogrendementsketels en zonnepanelen. Voor scholen met een verouderd patrimonium die vaak nog moeten investeren in dubbele beglazing of dakisolatie is er meer nodig. Mogen we hopen dat de start van dit decennium ook de start is van een actievere ondersteuning vanuit de overheid om ook de schoolgebouwen te verduurzamen?
De fysische en financiële normen houden organisaties niet tegen om met een open blik te zoeken naar opportuniteiten
Stadsverwarming? Warmtenet? Een kleine toelichting.
Gent beschikt over een net van ondergrondse leidingen die vertrekken in de elektriciteitscentrale in de Ham. In deze leidingen zit water dat op zeer hoge temperatuur verwarmd wordt met de warmte die vrijkomt bij de productie van elektriciteit. Daar waar deze ‘chauffagebuizen’ ondergronds passeren, kan de verwarmingsinstallatie van een gebouw gekoppeld worden aan dit warmtenet.
De verwarmingsketel in het gebouw wordt dan vervangen door een warmtewisselaar. In dit toestel draagt het warmtenet zijn warmte over aan de verwarmingsbuizen van het gebouw. In plaats van zelf energie (gas of stookolie) te verbruiken om het water in het verwarmingscircuit op te warmen, gebruik je nu restwarmte van een productieproces die anders toch verloren zou gaan. Bovendien is er ook een milieueffect: geen verbranding van gas of mazout = geen CO²-uitstoot!
Op dit moment zijn o.a. AZ Sint-Lucas, zwembad Van Eyck en Universiteit Gent aangesloten. Binnenkort komt daar de Tondelier-site en Sint-Bavohumaniora bij.